Vrouwen bereiken de wetenschappelijke top niet omdat ze “in het zwarte gat van het moederschap” vallen, zo stelde minister Plasterk in zijn speech naar aanleiding van de 'Monitor vrouwelijke hoogleraren 2009'. Is dit zo?
Dit artikel valt onder het dossier: Vrouwen in de wetenschap.
Is het moederschap de oorzaak van het wetenschappelijke glazen plafond? Of is het juist het denken in clichés dat ervoor zorgt dat vrouwen niet doorbreken? Wat zijn de obstakels die vrouwen ondervinden in hun wetenschappelijke carrière?
De biologische klok
Enerzijds is het waar dat bij sommige vrouwen de biologische klok begint te tikken wanneer ze de dertig bereiken. Het competitieve karakter van de wetenschap maakt het lastig om privé en werk met elkaar te combineren, wat verwacht wordt is een flexibele en mobiele houding. Omdat je met studeren in het buitenland in de academische wereld aanzien verdient, kan dit een belangrijke factor zijn bij het najagen van een academische carrière. Uit een Frans onderzoek blijkt dat vrouwen minder internationaal mobiel zijn dan mannen. Getrouwde vrouwen nemen minder snel een internationale postdoc positie aan, terwijl dat effect bij getrouwde mannen niet optreedt. Een verklaring kan liggen in dat de traditionele genderrollen waarbij de vrouw de verantwoordelijkheid voor het gezin op zich neemt.
Sociaal maatschappelijke factoren
Historica prof. dr. Mineke Bosch doet onderzoek naar de positie van vrouwen aan de universiteit. Dat vrouwen vaak een keuze (hebben) moeten maken tussen carrière en kinderen komt volgens haar onder andere door opvattingen rondom huwelijksrecht, arbeidsverboden en belastingregels en sociale verzekeringen. Zo hebben bepalingen rondom kinderopvang en zorgverlof invloed op de toegang tot de arbeidsmarkt voor vrouwen. Het is dus niet alleen een persoonlijke beslissing, maar ook een maatschappelijk vraagstuk.
Vrouwen aan de top: Clichés
Aan de andere kant dragen ook beeldvorming en rolbevestiging bij aan het verlagen van het glazen plafond. Zo heerst er soms het beeld dat vrouwen minder ambitieus zijn dan mannen. Een ander voorbeeld van clichématig denken vindt plaats bij de selectieprocedures voor posities aan de universiteit, daarin speelt beeldvorming vaak een grote rol. Men vraagt zich af of een vrouw wel geschikt zal zijn voor de positie omdat ze net een kind heeft gekregen, terwijl bij mannen met kinderen die vraag niet eens aan de orde komt, zo stelde dr. Marieke van den Brink in haar proefschrift over sollicitatieprocedures voor hoogleraar posities.
Vrouwen zonder kinderen
Moederschap kan dus problematisch zijn voor een wetenschappelijke carrière, maar tegelijkertijd heeft onderzoek uitgewezen dat ook vrouwen zonder kinderen moeilijker carrière maken dan mannen. Het feit dat vrouwen minder snel de wetenschappelijke top bereiken kan dus niet enkel worden afgedaan met moederschap. Een Zweeds onderzoek in 1997 Nepotism and Sexism in Peer Reviewliet zien dat zelfs in Zweden, een leidend land op het gebied van gelijkheid tussen mannen en vrouwen, vrouwen twee keer zo goed moeten presteren als mannen om in aanmerking te komen voor onderzoeksgeld. Peerreviewers overschatten mannelijke onderzoeksvoorstellen en onderschatten die van vrouwen, hierdoor worden beursen eerder uitgereikt aan mannen.
Wat te doen?
Om te zorgen dat meer vrouwen de top bereiken moeten we kijken naar clichés en rolpatronen in het huidige denken over vrouwen in de wetenschap. Vaak is er geen sprake van expliciete discriminatie, maar zijn het onbewuste vooroordelen die in het nadeel van de vrouw werken. Daarnaast moeten we ons afvragen: hoe kunnen vrouwen na het krijgen van een kind het beste hun carrière voortzetten? Bijvoorbeeld door vrouwen hier actief in te coachen, begeleiden en ervoor te zorgen dat een gat in het CV vanwege moederschap niet direct als negatief wordt gezien.
Dat moederschap en een carrière in de wetenschap best samen kunnen gaan, illustreert hoogleraar Psychologie prof dr. Liesbeth Woertman. Op haar achttiende beviel ze van haar eerste kind, inmiddels is ze onderwijsdirecteur van de opleiding Psychologie van de Universiteit Utrecht, ze doet onderzoek naar lichaamsbeeld en de relatie tussen zelfbeeld en identiteit. Bij Studium Generale was ze eerder te gast in het grote media debat en stond ze op het podium bij 'Op 't randje', waarin ze naar aanleiding van de film 'das experiment' inging op de grenzen van wetenschappelijke experimenten, zie hier de discussie terug.
Nienke de Haan, stagiaire bij Studium Generale maakt wekelijks een blog over vrouwen in de wetenschap.